De Frameworks ASL en BiSL: de toepassingen, kenmerken en functies
ASL en BiSL zijn voor velen begrippen waarover ze wel eens iets gehoord of gelezen hebben, maar waarbij er niet direct een duidelijke toepassing kan worden genoemd. In dit artikel legt Sjoerd, IT Consultant bij Linden-IT, niet alleen uit waar ASL en BiSL voor staan, maar ook waar het kan worden toegepast en welke functies er tot behoren.
Publieke standaarden
ASL en BiSL zijn publieke standaarden en de beide raamwerken zijn in Nederland ontwikkeld.
ASL staat voor Application Services Library en werd in 2002 gelanceerd en is een standaard voor de inrichting van Applicatiemanagement. Het ASL-raamwerk werd vrij snel opgenomen en werd vooral in Nederland door een groot aantal organisaties geïmplementeerd
BiSL staat voor Business Information Services Library en is sinds 2005 een standaard voor Business Informatiemanagement, met name voor de strategie, management en operations.
Daar waar ASL gaat over applicatiemanagement zoals beheer, onderhoud en vernieuwing van applicaties, behandelt BiSL onderwerpen op het gebied van functioneel beheer en informatiemanagement.
Toepassing ASL
ASL geeft invulling aan de processen en activiteiten die nodig zijn om op een gestructureerde manier (complexe) applicatielandschappen te beheren. Het is een samenhangend framework met aandacht voor zowel uitvoerende, sturende als richtinggevende processen en hun onderlinge relaties. Het ASL framework wordt gebruikt voor het inrichten van applicatiebeheer en applicatiemanagement vanuit het perspectief van de gebruiker. De verbindende, richtinggevende en sturende processen staan hierbij centraal.
Toepassing BiSL
BiSL geeft invulling aan de processen en activiteiten die noodzakelijk zijn om de informatievoorziening vanuit gebruikers- en bedrijfsoptiek te sturen.
BiSL benadert de informatievoorziening in een organisatie en de daarvoor te gebruiken IT-middelen vanuit het perspectief van de business organisatie en de gebruikers van de informatiesystemen. Voorbeelden van namen voor functies en rollen op dit gebied zijn: Functioneel beheerder, Business Systems Administrator, Super User, Informatie-architect, Corporate Information Officer (CIO).
BiSL slaat een brug tussen ICT en bedrijfsprocessen en tussen functioneel beheerders en informatiemanagers. Het BiSL-procesmodel geeft inzicht in alle hoofdprocessen van het werkveld en de relaties tussen de processen. Het biedt aanknopingspunten voor verbetering van processen, onder meer via ‘Best Practices’, en het verschaft een uniforme terminologie.
Voor wie?
ASL is vooral relevant voor IT-medewerkers die werkzaam zijn in applicatiebeheer, denk hierbij aan de volgende functies:
- Applicatiemanager
- Software engineer
- Quality manager
- Applicatiebeheerder
- Service manager
- Service level manager
- Informatie-analist
- Applicatie-ontwerper
- Applicatie-architect
- Business unit manager die verantwoordelijk is voor het organiseren van applicatiebeheer
- IT-consultant
De BiSL is gericht op mensen aan de vraagkant van IT in een organisatie. Die mensen kunnen een operationele, beheers- of strategische rol met betrekking tot IT-diensten hebben. Deze kwalificatie is gericht op zowel niet-IT-personeel als IT-medewerkers die een rol spelen in de informatievoorziening binnen een organisatie, met inbegrip van de volgende rollen:
- Informatie-manager
- Systems Administrator
- Functioneel beheerder
- Chief information officer
- Informatie-architect
- Business informatie-beheerder
- Key-user (super user)
- Acceptatietester
- Business analist
- Informatie analist, kwaliteitsmanager
- Business unit manager die verantwoordelijk is voor het organiseren van business informatiemanagement
- IT-consultant